Nieuws

01/09/2023: NIEUWE WETGEVING MINNELIJKE INVORDERING ONBETAALDE FACTUREN B2C RELATIES

 

Vandaag treedt de nieuwe wet in werking waarmee de Belgische wetgever beoogt de consumenten beter te beschermen bij de minnelijke invordering van onbetaalde schulden in B2C-relaties.

Het nieuwe boek XIX WER voorziet in een aantal grote veranderingen dat elke onderneming zich toch bewust van moet zijn.
 

Hierbij een overzicht van de belangrijkste nieuwigheden :

 

De kosteloze “eerste herinnering”:


Een eerste belangrijke vernieuwing is de invoering van de verplichte kosteloze “eerste herinnering”.

Vanaf vandaag zal men, ingeval van wanbetaling, eerst een betalingsherinnering moeten versturen naar de consument, vooraleer men aanspraak zal kunnen maken op de contractueel bedongen nalatigheidsintresten en/of schadebeding.

De inhoud van zo’n ‘eerste herinnering’ werd strikt geregeld en bevat dan ook verplichte vermeldingen:

  • Het verschuldigde bedrag;
  • Het bedrag van het schadebeding dat zal worden gevorderd bij gebrek aan tijdige betaling;
  • De naam en het ondernemingsnummer van de onderneming-schuldeiser;
  • De beschrijving van het aangekochte product of de dienst, die de schuld heeft doen ontstaan en de opeisbaarheidsdatum van de schuld;
  • De termijn – van minstens 14 kalenderdagen – waarbinnen de schuld moet worden betaald, om bijkomende kosten, intresten of forfaitaire vergoeding te vermijden.

De wettelijke wachttermijn alvorens extra kosten aan te rekenen


Naast de vereiste ‘eerste herinnering’ zal men als onderneming ook de wettelijke wachttermijn van minstens 14 kalenderdagen in acht moeten nemen, alvorens men de betaling van de nalatigheidsintresten en/of het schadebeding bijkomend mag aanrekenen.

Deze wachttermijn begint te lopen op de derde werkdag na de verzending van de hierboven vermelde ingebrekestelling per post. Wordt de ‘eerste herinnering’ daarentegen elektronisch – bijvoorbeeld via e-mail – aan de consument bezorgd, dan zal de termijn aanvangen op de dag die volgt op de verzending ervan.
 

Beperking van forfaitaire vergoeding en nalatigheidsintresten


De nieuwe wet betreffende de minnelijke invordering van consumentenschulden inzake B2C-relaties beperkt de omvang van de forfaitaire vergoeding en nalatigheidsintresten die maximum mogen worden aangerekend, naargelang de openstaande hoofdsom.

De maximale nalatigheidsintrest, waarop men als onderneming aanspraak zal kunnen maken bij wanbetaling, wordt namelijk geplafonneerd tot de referentie-intrestvoet, vermeerderd met 8 procentpunten, zoals beoogd in artikel 5 van de Wet Betalingsachterstand, vandaag bepaald op 12%.

 

De forfaitaire vergoeding mag niet hoger zijn dan :

 

 

Het is van groot belang dat deze bepalingen en beperkingen zijn opgenomen in de algemene voorwaarden van de onderneming. Want indien er niets wordt bepaald in de algemene voorwaarden, of deze zijn niet conform aan het nieuwe Boek XIX, mag de ingevorderde schuld niet worden verhoogd met kosten.

 

Sanctie


De consument zal terugbetaald moeten worden door de onderneming bij elke verkregen betaling die in strijd is met de bepalingen van deze nieuwe regelgeving.

Bovendien zal dit de minnelijke invordering van het openstaande bedrag verhinderen of toch beperken.

 

Wanneer van toepassing?

 

  • De nieuwe wetgeving is van toepassing vanaf 01/09/2023 (vandaag) voor alle nieuwe overeenkomsten of nieuwe schulden.
  • De nieuwe wetgeving is van toepassing vanaf 01/12/2023 voor al uw overeenkomsten gesloten vóór 1 september 2023, waarbij de invordering of betaalachterstand plaatsvindt na 1 september 2023.

 

Conclusie

Het is duidelijk dat deze nieuwe wet de vrijheid van ondernemingen beperkt wat betreft de invordering van openstaande schulden door enerzijds de plafonnering van de schadebedingen en anderzijds de introductie van bovenstaande verplichtingen.

Het is dus van groot belang dat iedere onderneming actie onderneemt door onder andere zijn algemene voorwaarden onder de loep te nemen en deze aan te passen aan het nieuwe Boek XIX. Daarnaast dient iedere onderneming eveneens zijn invorderingsproces aan te passen naar de verplichte vermeldingen en kosten.
 

Mocht U hieromtrent nog bijkomende vragen hebben, vraag gerust onze infobrochure omtrent deze nieuwe wetgeving op studie@dikaioma.be